Reeds voor verscheidene jaren maakte de onlangs overleden beroemde natuuronderzoeker VON BAER de opmerking, dat bij rivieren, die in de richting van Zuid naar Noord loopen, de rechter oever sterker afslijt dan de linker, zoodat allengs het bed zich naar de rechter zijde verplaatst. Men heeft de verklaring van dit verschijnsel gezocht in de beweging der aarde om hare as, doch daaromtrent kon twijfel bestaan. Onlangs heeft de russische reiziger POLIAKOFF deze opmerking van V. BAER bevestigd gevonden aan eenige Siberische rivieren. Het bed van de Irtysck heeft zich gevormd in een lossen bodem van zand on klei. Elke lente nu wordt een gedeelte van den rechter oever, over eene breedte van 30 tot 50 voet door het water ondermijnd en verwoest. Somtijds gebeurt het dat een strook van 70 tot 140 voet breedte en meer dan 150 voet lengte plotseling in de rivier stort en deze voor een korten tijd verstopt. Hierdoor ontstaat een groote golf, die zich over de rivier voortzet, en waardoor soms visschersbooten, die zich tot op een afstand van drie uren gaans bevinden, in gevaar van te vergaan worden gebracht. In zulke gevallen worden ook groote hoeveelheden van visschen, die in het modderige water gestikt zijn, op den oever gevonden.