In de vorige aflevering gaven wjj de beschrijving van een nieuwen, door V. MONCHHOVEN aanbevolen photometer voor photografie. Deze is echter niet de eenige bruikbare. CROOKES heeft namelijk reeds voor eenigen tijd aangewezen, dat ook de radiometer nuttigen dienst kan doen als lichtmeter en beveelt dien als zoodanig inzonderheid aan de photographen aan. Heeft de photograaf eens voor altijd door ondervinding uitgemaakt hoeveel wentelingen een radiometer maakt, wanneer een goed negatief ontstaat, dan heeft hij niet anders te doen dan denzelfden radiometer te plaatsen nabij den persoon of eenig ander voorwerp dat gephotographeerd zal worden, en de wentelingen te tellen, die hem voor eene gelijktijdige goede beeldvorming zijn gebleken noodig te zijn. Ook in de tot ontwikkeling van het beeld gebruikte zoogenaamde donkere kamer, die alleen licht ontvangt door een geel- of oranje-kleurig glas, kan een daar voor geplaatste radiometer goede diensten doen, om te doen zien of het daardoor dringend licht wellicht ook nog te sterk is. Ook hier moet eene voorafgaande proef geleerd hebben hoe groot het aantal wentelingen in een gegeven tijd is dat wordt voortgebracht door licht hetwelk geen schadelijken invloed bij de ontwikkeling van het beeld uitoefent (Chemical News, 29 Jan. 1877)