Gelijk men weet, wordt de meekrap als verfstof geheel verdrongen door de kunstmatig bereide alizarine, waarvan de grondstof, het anthracen, uit steenkolenteer getrokken wordt. Thans is ook de cochenille op weg van vervangen te worden door twee andere kleurstoffen, het xylidin-ponceau en het xylidin-scharlaken, die beide aan een andere, mede in den steenkolenteer in groote hoeveelheden voorkomende grondstof, het xylol, ontleend worden. Deze, met nog andere kleurstoffen, tropaeoline, chrysoidine e. a., die alle door verschillende bereidingen uit het vroeger nuttelooze xylol verkregen worden, en waarvan men de eerste ontdekking aan den heer P. GRIES verschuldigd is, zijn thans in den handel onder den algemeenen naam van “Azoklourstoffen” bekend.