Den 3 Februari j.l. had in Zevenborgen een merkwaardige meteorietenval plaats. Te Klausenburg, zag men ten 3 u. 45 min. des namiddags plotseling, bij volkomen helderen hemel, in het noord-oosten een schitterend lichtverschijnsel. Toen het verdwenen was, nam men in zijn plaats een witte wolk waar, die zich in een dunne strook uitbreidde van het westen naar het oosten. Spoedig daarop hoorde men een luiden knal. Den volgenden dag ontving men het bericht, dat bij Mocs, hetwelk op ongeveer acht uren gaans van Klausenburg gelegen is, eenige meteoorsteenen gevallen waren; een daarvan woog 35 kilogrammen en drong 68 centimeters in den grond. Twee andere stukken werden gevonden bij Olak Gyerez en vijf andere bij Vajda Kamaras. Prof. KOCH verzamelde niet minder dan vijftig kleinere stukken nabij Gyulaltelke, Visa en Bare ten noorden van Mocs. De richting van het meteoor was van het Noord-westen naar het Zuid-oosten, te oordeelen naar de plaatsen waar fragmenten gevonden zjjn; deze fragmenten lagen verspreid over een lijn van omstreeks vijf uren lang. ( Nature, 2 Maart 1882, p. 420).