Een der boeken, die in mijne jeugd nog zeer veel gelezen werden en althans prijkten in de boekenkast van elk die zich met natuurstudie bezig hield, is de Katechismus der Natuur door J. F. MARTINET, waarvan de eerste uitgave in vier deelen vorscheen in 1777—79 en nog tijdens ’s mans leven gevolgd werd door vier herdrukken, terwijl het werk drie en dertig jaren na des schrijvers dood nog eens, namelijk in 1828, opnieuw word uitgegeven. Zelden heeft een boek, in onze taal geschreven, een zoo groeten opgang gemaakt, niet alleen hier te lande, maar ook daarbuiten. Schriftelijke en mondelinge dankzeggingen stroomden den schrijver toe van de aanzienlijkste, zelfs van vorstelijke personen, ook uit het buitenland. Het werd in het duitsch vertaald door professor kuurt te Wittenberg. Van eene engelsche vertaling verschenen achtereenvolgens niet minder dan een en twintig edities. Zelfs in het japansch werd het vertaald door SAMMON SAMMÉ , landheer van FAN FAMBA. Men kan dezen opgang vergelijken bij dien, welken de Kosmos van VON HUMBOLDT in onzen tijd hij zijn verschijnen maakte. Even als van dezen verschenen ook weldra commentaren: in onze taal eene in twee deelen van J. DE VRIES, die ook herhaaldelijk herdrukt is.