Elk natuuronderzoeker, die een hoogen leeftijd bereikt, ondervindt dat onderwerpen, waarmede hij zich op veel vroegeren leeftijd heeft bezig gehouden, in zijne herinnering worden teruggeroepen, wanneer een veel later onderzoek zich daaraan op onverwachte wijze aansluit, vooral wanneer door die aansluiting punten worden opgehelderd, die hem vroeger duister waren. Voor ongeveer vijftig jaren begon men te Amsterdam eenige diepe putten te boren, eerst op de Nieuwe Markt, in 1837 tot 1842, waar de boor tot 172 Meters doordrong, vervolgens bij het Luthersche Weeshuis, op het Bikkers Eiland, de Noorder Markt, de Bloemgracht, de Lauriergracht, de Passeerdergracht, waar de diepte der putten onder den beganen grond afwisselde tusschen 36 en 52 Meters.