Toen de twaalf mannen, die MOZES had uitgezonden om het land Kanaän te bespieden, in de legerplaats waren teruggekeerd en den lof verkondigden van het land »overvloeiende van melk en honig,” moest o. a. een tros druiven getuigenis afleggen van de waarheid hunner woorden. Zoo werd dus reeds in dien tijd het land als gezegend beschouwd, waar de wijnstok welig tiert, en dit oordeel staat na veertig eeuwen nog ongewijzigd daar.