Het barnsteen, waaraan R. E. DE HAAN in jaarg. 1889 blz. 105 een lezenswaardig opstel wijdde, heet naar »barnen”, branden en is dus een vertaling van het Middeleeuwsche »lapis ardens”. In de Oud-Egyptische graven heeft men tot dusver geen barnsteen gevonden. Het wordt vermeld in een opschrift te Khorsabad (Niniveh), in de 9de eeuw v. Chr. op bevel van koning ASSURNASSIRABAL vervaardigd en onlangs vertaald door OPPERT. Daarin wordt de volharding van de karavanen geroemd, die uit de zee onder de Poolster »het saffraan opvisschen dat aantrekt”. Dat saffraan moet wel barnsteen zijn, het electron van de Grieken, dat zooals men weet na wrijving kleine voorwerpen aantrekt, en de eerste stof was, waaraan men electrische verschijnselen waarnam. Dit geschiedde dus niet het eerst door THALES (6 eeuwen v. Chr.), zooals men gewoonlijk opgeeft, maar reeds ten minste drie eeuwen vroeger. Genoemde wijsgeer vergeleek het barnsteen met de magneet en geloofde dat het een ziel bezat. Bij zijne opgravingen te Mykenæ vond SCHLIEMANN een groot aantal kralen van barnsteen, die meerendeels in ’t Museum van Oudheden te Berlijn bewaard worden.