Ruim veertig jaar geleden werd in ’t zuiden van Rusland een buitengewoon groot fossiel ei gevonden, waarvan de stukken in het museum van natuurlijke historie te Petershurg geraakten en daar weder aaneengevoegd werden. De inhoud van dit ei bedraagt 2000 kub. centimeter, terwijl die van een ei van den thans levenden struisvogel zelden de 1400 cM.3 te boven gaat. Uit mikroskopische onderzoekingen bleek, dat de schaal volkomen de structuur had van het tegenwoordige struisvogelei en het fossiele bij gevolg hoogstwaarschijnlijk van een vroeger levende nauwverwante soort afkomstig was, waaraan men den naam struthiolithus gaf. Onlangs is nu in het noorden van China, op ongeveer 100 kilometer afstand van Kalgan, een tweede reuzen-ei opgegraven en niet verre van daar nog een ander, dat evenwel door den vinder, een Chinees, gebroken is. Deze eieren kwamen voor in löss (een geelgrauwe, weinig vruchtbare, met kalk, mica en kiezel gemengde klei, die o. a. veel in het Rijndal en ten onzent in Limburg voorkomt) behoorende tot de plioceenformatie, die aan het diluvium onmiddellijk voorafgaat. Het gave exemplaar heeft een inhoud van 1900 cM.3 en is, door bemiddeling van een amerikaanschen zendeling, voorloopig in ’t bezit gekomen van het museum voor vergelijkende dierkunde te Cambridge (Vereen. Staten).