De uitnemende methode van GOLDSCHMIDT te Essen, die de geweldige hitte, vrij komend bij de reductie van metaaloxyden door aluminium, zoo doelmatig regelt, dat men als ’t ware »een smidsvuur en een hoogoven in de vestzak” verkrijgt,¹ wordt niet alleen in de laboratoria toegepast, maar schijnt ook in de nijverheid ingang te vinden. Zoo voor het wellen en soldeeren en voor de bereiding van chromium, dat, zal het geschikt wezen voor de fabrikaadje van chroomstaal, geheel vrij van koolstof moet zijn. De jongste toepassing van ’t aluminium, die thans de aandacht trekt en eveneens een toekomst schijnt te hebben, is ter bereiding van magnalium of, juister gezegd, van magnaliums. Want niet ééne, maar alle legeeringen van magnesium en aluminium worden — juist met zeer praktisch — door dit nieuw gesmeed woord aangeduid.