Het Natuurkundig Genootschap te Groningen, dat onlangs luisterrijk zijn eeuwfeest herdacht — het werd 28 Februari 1801 opgericht — had oorspronkelijk zijn werkkring niet beperkt tot het verspreiden van natuurkennis onder leeken door middel van voordrachten. Gedurende de eerste periode van zjjn bestaan had het zich ook op andere wijzen nuttig gemaakt. Zoo b.v.: door het bekostigen en uitgeven van meteorologische waarnemingen; het bevorderen van de oprichting van bliksemafleiders in de provincie; het in kaart brengen van den Dollart; het doen van onderzoekingen naar de geologische gesteldheid van den Hondsrug; het ter lezing leggen van wetenschappelijke tijdschriften; het beproeven van nieuwe uitvindingen en het bijeenbrengen van natuurwetenschappelijke collecties, later grootendeels aan de Hoogeschool afgestaan. Langzamerhand evenwel werden deze en soortgelijke werkzaamheden gestaakt of aan andere krachten overgelaten en ging men zich uitsluitend bepalen tot door proeven opgehelderde lezingen, ten deele vrije, maar ten deele ook vaak aaneengeschakelde over bepaalde onderwerpen, tot zoogenoemde cursussen.