Op het Zwitsersch natuurkundig congres, in Sept. 1902 te Genève gehouden, heeft de Engelsche hoogleeraar W. RAMSAY, die ook op het Nederlandsch natuur- en geneeskundig congres in 1899 een mededeeling deed, andermaal over de inerte gassen der atmosfeer gesproken. Na herinnerd te hebben aan de ontdekkingen van argon, helium, neon, krypton en xenon, stond hij vooral stil bij de physische eigenschappen der drie laatstgenoemden. Uit de studie van de soortelijke warmten dezer gassen had hij afgeleid, dat hunne moleculen evenals die van argon en helium uit slechts één atoom bestonden, terwijl uit het spectraalanalytisch onderzoek o. a. gebleken was, dat de karakteristieke strepen van het krypton zelfs nog bij de sterkste verdunningen van de lucht zichtbaar blijven, wat niet het geval is bij de andere gassen van de argongroep.