Wij zullen nu voor eenigen tijd den vasten grond der feiten moeten verlaten, om een uitstapje te doen op liet gebied der fictie en der overlevering. Vooral op een barre, door de golven gebeukte kust bloeien de sagen welig. Nergens is de menschelijke geest meer ontvankelijk voor schrikbeelden dan daar, waar een rustelooze strijd gevoerd moet worden met de elementen. Door ontbering en zwaren arbeid uitgeput, ziet de met de golven worstelende zeeman tallooze spookgestalten uit de peillooze diepte verrijzen. Hij waant zich reeds in den afgrond en ziet: Die Städte, die das Meer in seine Tiefe risz — (Als Wächter stehn am Thor und fletschen das Gebisz Meermänner mit blutgier’gen Blicken) —: Den Seepolypen, der mit haav’gen Armen zuckt; Den Leviathan, der den Mond dereinst verschluckt, Wenn er vom Himmel fällt in Stücken; Die Drachen deren Mund blutrothe Flammen speit, Die, Scepter in den Klau’n, im Scharlachschuppenkleid Das anvertraute Gut beschützen. Geen wonder, dat er niet zelden groote overdrijving heerseht in de verhalen, die door den aan wal teruggekeerden zeeman aan zijn lichtgeloovig auditorium worden medegedeeld. Zelfs, wanneer hij van zijne avonturen een nauwkeurig en waarachtig verslag trachtte te geven, zal hij toch sommige details, die hij minder belangrijk acht, verzwijgen, en daarentegen de gevaren, die hij heeft doorgestaan, (aanvankelijk misschien onwillekeurig) vergrooten om ze beter te doen uitkomen. En, zoo hij al geen gebruik maakt van het recht, dat iemand, die verre reizen doet, zich zoo gaarne aanmatigt — zijne vrienden en verwanten zullen zich niet onbetuigd laten. Van mond tot mond verder verspreid ontaardt het oorspronkelijk misschien bijna juiste verhaal hoe langer hoe meer. De overdrijvingen, die aanvankelijk bijzaak waren, worden hoofdzaak, en ten slotte is er weinig overgebleven van de kern van waarheid, die de origineels mededeeling bevatte. IJverige, doch lichtgeloovige compilatoren boeken het verhaal, en van nu af weet ieder, die geacht wil worden veel gezien te hebben, wat hij vertellen moet; want Es ist der Fluch der bösen That, Dass sie fortwährend Böses musz gebären.