In het Engelsche tijdschrift Engineering van November 11. bespreekt GEORGE FOWLER het luchtstoomwerktuig van RICHARD EATON. Dit onderscheidt zich van de gewone stoomwerktuigen doordat gedurende de beweging voortdurend verhitte lucht in den stoomketel wordt gepompt. De verhitting geschiedt door een stelsel van metalen buizen, waardoorheen de lucht gaan moet, alvorens de pomp te bereiken, en die in het benedengedeelte van den schoorsteen zijn geplaatst. In het ketelwater treedt de zoo verhitte lucht door eene op den bodem des ketels geplaatste buis, die aan haar ééne uiteinde gesloten is, maar in den wand een menigte kleine openingen heeft. Als de voornaamste voordeelen, door deze inrichting verkregen, worden genoemd 1°. het voorkomen van de vorming van ketelsteen in het door de instroomende lucht voortdurend in heftige beweging blijvende water, 2o. het droogen en nog eenigermate oververhitten van den stoom door die lucht, welke bij het inkomen eene temperatuur van 300° F. heeft, en 3o. de besparing van brandstof, die hieruit voortvloeit, dat de verhitting der lucht geschiedt door een gedeelte der warmte van de verbrandingproducten uit den vuurhaard, dat anders geheel ongebruikt door den schoorsteen ontsnappen zou.