Aangaande de door den heer M. beschreven verschijnselen valt het volgende op te merken. Ons oog is volstrekt geen onbedriegelijk waarnemingsmiddel. Hoe vreemd dit ook klinken moge voor hem, die gewoon is aan de verzekering “ik heb het met mijne eigene oogen gezien” het karakter van een onwraakbaar bewijs toe te kennen, toch is het een feit dat onze oogen ons de voorwerpen zeer dikwijls anders vertoonen dan zij werkelijk zijn. Tot zekere grens is dit zelfs voor den meest alledaagschen waarnemer niets nieuws. Iedereen b.v. weet dat een spiegel ons de voorwerpen doet zien op een geheel andere plaats dan waar zij werkelijk zijn, en dat een vergrootglas ze veel grooter doet schijnen. Deze en alle andere algemeen bekende en erkende voorbeelden hebben dit met elkander gemeen, dat zij te voorschijn worden geroepen door oorzaken buiten het oog, van wier bestaan wij ons dadelijk kunnen vergewissen. Daarom misleiden zij ons niet. Iedereen die staat tegenover zijn eigen beeld in een spiegel, weet dat dit door dien spiegel wordt voortgebracht, en ieder die door een loupe een vlieg ziet ter grootte van een meikever, weet dat “dit komt” door dat glas. Maar zeer dikwijls werken dergelijke oorzaken, zonder dat ze ons als zoodanig in ’t oog vallen, en zoo lang als niet wetenschap en redeneering ze ons in en door hunne werking hebben doen bespeuren, zijn wij hulpeloos tegenover de misleiding, die zij te weeg brengen. Wanneer iemand, die met de wetten der lichtbreking onbekend is, het ondergaan der zon waarneemt, dan zal hij op een gegeven oogenblik zeker bereid zijn met do volmaaktste overtuiging te zeggen: nu raakt de onderrand der zonneschijf den horizon! Toch is dit zoo niet. Op ongeveer hetzelfde oogenblik is de zon wezenlijk zoo laag, dat zij, als niet bijzondere omstandigheden ons haar hooger deden schijnen, juist met haren bovenrand den horizon raken zou. Het zou niet moeielijk zijn een aantal dergelijke voorbeelden van gezichtsmisleiding hier aan te halen. Maar dit is onnoodig; want van zulk eene is hier geen spraak. Wel van eene, die men veel meer gevaarlijk en lastig, in nog veel strengeren zin eene misleiding zou kunnen noemen. Veel gevaarlijker, want hare oorzaak ligt niet buiten, maar in het oog, in ons gezichtsorgaan zelf.