West-Friesland is naar Noordhollandse maatstaven een oud land. Op kaarten van ongeveer 1300 is dit land ingetekend en is daarop al omgeven door de Omringdijk. Deze loopt van Alkmaar via Krabbendam, daarna ten noordwesten van Schagen naar Medemblik, Enkhuizen en Hoorn en dan via Schardam weer naar Alkmaar. Het is niet bekend wanneer de Omringdijk precies is aangelegd. Waarschijnlijk is de dijk in de eeuwen daarvoor in gedeelten gemaakt, daar waar een dijk noodzakelijk was. De dijk had toen over een grote lengte, van Krabbendam via Medemblik, tot aan Schardam, een functie als zeewering. Het verloop van de dijk heeft vele kleine tot grote wijzigingen ondergaan. Veelvuldige doorbraken van de zee maakten dijkomleggingen (inlaagdijken) noodzakelijk. Ook ontstonden op de plaats van deze doorbraken vaak meertjes, de zogenaamde wielen. Daar omheen werd aan de zeekant een nieuw stuk dijk gelegd. Deze wielen zijn vaak tot de huidige tijd blijven bestaan. Binnen de Omringdijk zien we op de kaarten van 1300 in het westelijke deel van West-Friesland veel plassen, o.a. De Waert, de tegenwoordige Heerhugowaard. Het stukje dijk, waar dit artikeltje over gaat, is gelegen tussen Krabbendam en Sint Maarten en heeft volgens de stafkaarten de naam Westfriese Zeedijk, fig. 1.