In 1999 kwam ik in gesprek met dhr. G. Welbers, een imker uit Bergen (L.). Hij vertelde dat hij vreemde kleinestjes in één van zijn bijenkasten had gevonden. Of ik misschien wist wat dit kon zijn? Helaas had hij de nestjes inmiddels verwijderd, mede daardoor moest ik het antwoord schuldig blijven. Groot was mijn verbazing, toen hij dit jaar belde met de mededeling dat hij weer van diezelfde kleinestjes in één van zijn kasten had. Bovenin zijn bijenkasten heeft hij een plastic map (A4) liggen, met daarin de kaart met gegevens van het volk van de betreffende kast. Dit bovendeel van de kast is niet bereikbaar voor de honingbijen. In deze plastic map zaten ± 15 nestjes. Ik herkende deze nestjes meteen, aangezien ik al eens eerder nestjes van Auplopus carbonarius had uitgekweekt. Voor alle zekerheid ga ik deze nestjes echter ook nog uitkweken.