In 2002 stelde de coördinator van de Britse hommelwerkgroep, Mike Edwards, de vraag hoe het met de Nederlandse hommels was gesteld. In Groot Brittannië was in 1997 namelijk een hommelonderzoek gestart wegens de sterke achteruitgang van veel Britse soorten en inmiddels was men ook benieuwd hoe de hommels er in naburige landen voor stonden. In antwoord op zijn vraag stuurde ik hem de uurhokgegevens over verschillende tijdvakken zoals vermeld in de Voorlopige atlas van de Nederlandse bijen (Peeters et al., 1999). Als tegenprestatie ontving ik begin 2003 hun meest recente en, wegens het aflopen van de financiering, voorlopig laatste jaarverslag (Edwards, 2002). Dit rapport behandelt de onderzoeksresultaten van 2002 maar geeft ook een beknopt overzicht van de activiteiten en resultaten van de voorgaande jaren (1997-2001). Omdat het met onze hommels zo mogelijk nog slechter gesteld is dan met hun Britse soortgenoten, leek het mij uitermate zinvol een overzicht te geven van de Britse onderzoeksresultaten. Hierbij moet wel de kanttekening worden geplaatst dat het rapport de resultaten over de periode 1997-2001 slechts zeer summier behandelt. Vaak worden activiteiten zonder hun resultaten vermeld en bij conclusies ontbreken meestal de ondersteunende gegevens.