Ongelooflijk, nooit geweten dat er zoveel liefhebbers van spinnendoders in Nederland rondliepen. Haast 30 mensen probeerden ‘s morgens een plekje te vinden in de kantine van de Afd. Entomologie van het Zoölogisch Museum van de Universiteit van Amsterdam aan de Plantage Middenlaan. Ongelooflijk, zelfs als enkele spinnenliefhebbers wellicht meer uit overwegingen van concurrentie aanwezig waren. Met enige vertraging, vanwege het aanslepen van extra stoelen en apparatuur, kon Jan Smit de bijeenkomst openen en Wijnand Heitmans als eerste het woord geven, over spinnendoders en hoe hun onvermogen om te delen waarschijnlijk de ontwikkeling van onderlinge samenwerking, oftewel sociaal gedrag als bij andere aculeaten groepen, verhinderd heeft. Immers, wanneer voedsel te verdelen is, kan dat een aanknopingspunt vormen voor samenwerking tussen moeder en dochters. De dochter kan haar moeder helpen met het verzamelen van nectar en pollen (zoals bij bijen), of van bladluizen of andere kleine prooidieren (bij graafwespen). Zulk soort gedrag vormde, naar men aanneemt, het prille begin van de evolutie in de richting van mierenstaten en bijenvolken. Echter hij alle soorten spinnendoders vangt het vrouwtje voor elk ei één enkele spin; de opgroeiende larve moet het daarmee doen. Toch blijkt er wel enige samenwerking bij spinnendoders te kunnen bestaan. Wijnand toonde als voorbeeld het gemeenschappelijke nest van Machaeothrix johni Wahis, een koepelvormig kleiklompje, dat hij ontdekte op de vensterbank van zijn hotelkamer in Sri Lanka. Het bestaat uit meerdere nesten gemaakt door meerdere vrouwtjes.