Tijdens het NEV-weekend (Zomervergadering: 13 – 15.06.2003) in Noord-Twenthe is voor de eerste keer de bliksemwesp, Dolichurns corniculus, in Overijssel verzameld op verschillende plaatsen in verschillende hokken van de Noordelijke Manderheide. Hij kwam daar opmerkelijk in aantallen voor en de meeste deelnemers hebben er een of meer gevangen. Voor sommigen was het de eerste keer dat ze de enige Nederlandse vertegenwoordiger van de kakkerlakkenwespen (Ampulicidae) hebben waargenomen. De aanwezigheid is opmerkelijk, omdat de Noordelijke Manderheide een “platte heide” is met hooguit wat glooiingen in het landschap zonder echte heuvels. Heel anders dan de Veluwe, Schoorl’s Duin of het Oosterzand/Havelterberg (Drenthe) waar Dolichurus het meest wordt aangetroffen in beschutte, warme habitats. Op de Noordelijke Manderheide werd naast D. corniculus ook de Crabronide graafwesp Tachysphex obscuripennis (de kakkerlakkendoder) aangetroffen. Deze soort is een regelrechte concurrent, omdat zij in dezelfde vijver vist. In heel Europa zijn dit coëxisterende soorten, in zuidelijkere streken vaak in aanwezigheid van meer soorten kakkerlakkenwespen. De bliksemwesp kan heel lokaal het ene jaar vaker in grote dichtheden voorkomen dan in het andere jaar. Op de Veluwe zijn er vindplaatsen bekend waarin het ene jaar enige tientallen exemplaren op hooguit 25 m² werden gesignaleerd, terwijl de soort in de daarop volgende jaren ontbrak. Mogelijk zijn de wespen met hun relatief hoge fecunditeit, een vrouwtje kan in gevangenschap meer dan 50 eieren leggen, in staat lokaal bijna alle (volwassen) kakkerlakken te vangen. In de daarop volgende jaren zou het voor de nakomelingen de moeite niet lonen te blijven of terug te keren naar dezelfde plek. Dit zou de grilligheden in het voorkomen ten dele kunnen verklaren. Ook in de Belgische Ardennen (daar betreft het D. corniculus en D. bicolor) zijn hoge dichtheden (60-80 exemplaren!) vastgesteld in kleine gebieden. Het voorkomen van Dolichurus in Nederland (en in het buitenland andere Ampulicidae), België, Duitsland en Oostenrijk heb ik immer geassocieerd met de aanwezigheid van de boskakkerlak ( (Ectobius sylvestris). Dit is zeker niet de enige gastheer voor Dolichurus, maar wel de soort die verreweg in de hoogste dichtheden kan worden aangetroffen. Mogelijk is de wesp in staat controlerend op te treden. Omdat de wesp voornamelijk volwassen vrouwtjes uitschakelt kan het massaal optreden dramatische gevolgen hebben op de lokale dynamiek van de gastheerpopulatie in de daarop volgende jaren. De boskakkerlak is semivoltien (halve generatie per jaar) en een groot verlies aan vrouwtjes manifesteert zich dus pas in het tweede, daarop volgende jaar. De populatiegrootte zal dan behoorlijk afnemen.