2004
Vragen bij het voorkomen van een groefbij
Publication
Publication
HymenoVaria , Volume 20 - Issue 1 p. 54- 56
17 jaar geleden zijn we neergestreken aan de rand van een dorp in de Gelderse Vallei, kmhok 38.29.11. De straat waarin we kwamen te wonen was nieuw en de tuinen werden dus nieuw aangelegd. Het was een situatie die tegenwoordig een inbreiproject wordt genoemd. Het reële oppervlak van onze tuin zal ongeveer 350 m² bedragen, zeg dus maar middelgroot. In deze 17 jaar oude tuin komt minstens 10 jaar de grote opvallende groefbij Lasioglossum sexnotatum voor. In 2002 heb ik de tuin intensief geïnventariseerd. Het aantal waargenomen soorten bedroeg ongeveer 50. Van een aantal soorten weet ik zeker dat ze niet langskomen om te foerageren maar er permanent wonen, en dat een paar soorten zelfs behoorlijk talrijk zijn. Door de intensiviteit waarmee er gekeken is, ontdekte ik dat bovengenoemde groefbij op verschillende plaatsen in de tuin nestjes had. Naar aanleiding daarvan schreef ik een artikeltje voor Natura dat in augustus van dit jaar is verschenen (Moenen 2004). Bij het schrijven van dit artikeltje liep ik tegen verscheidene zaken aan die mij tot nadenken stemden.
Additional Metadata | |
---|---|
HymenoVaria | |
CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding") | |
Organisation | Nederlandse Entomologische Vereniging |
Rosita Moenen. (2004). Vragen bij het voorkomen van een groefbij. HymenoVaria, 20(1), 54–56. |