Smit, I, 2004. De wespbijen (Nomada) van Nederland (Hymenoptera: Apidae). Nederlandse Faunistische Mededelingen 20 (2004): 33-125. Na ruim 50 jaar is het dan eindelijk zover: een Nederlandstalige determinatiesleutel voor wespbijen. De publicatie, waarvoor VerhoefFbegin jaren 1950 een eerste aanzet gaf, behelst inmiddels echter veel meer dan alleen een sleutel. De auteur geeft namelijk ook een globaal overzicht van de biologie, systematiek en verspreiding van wespbijen in het algemeen en bespreekt de 48 in de sleutel opgenomen soorten nog eens in detail. Toch blijft de determinatiesleutel natuurlijk het belangrijkste onderdeel van dit artikel. Naast de 44 in Nederland waargenomen soorten, zijn daarin ook 4 soorten opgenomen die tot dicht bij ons land voorkomen. Voorafgaand aan de sleutel wordt aangegeven wat belangrijke determinatiekenmerken zijn, hoe die bekeken moeten worden en hoe men daar bij het prepareren van dieren rekening mee kan houden. De sleutel is goed geïllustreerd en maakt naast morfologische verschillen ook regelmatig gebruik van verschillen in kleur. Dit laatste is enigszins opmerkelijk omdat eerder in de tekst wordt aangegeven dat kleur een nogal variabel kenmerk is. Het probleem lijkt echter goed ondervangen door variabel gekleurde soorten onder meer sleutelstappen op te voeren. Het belangrijkste winstpunt ten opzichte van sleutels die ik eerder heb gebruikt (Schmiedeknecht, 1930 en vooral Scheuchl, 1995), is het gebruik van genitaalkenmerken bij mannetjes. De bijbehorende genitaaltekeningen zijn gemaakt door G. Schuiten en zijn een belangrijk hulpmiddel bij het onderscheiden van sterk gelijkende soorten als N. flava en N. signata of N. sheppardana en N. furva. Helaas zijn niet van alle soorten genitaaltekeningen opgenomen terwijl dit toch nog meer goede determinatiekenmerken zou hebben opgeleverd. Zo worden de mannetjes van de recent in Nederland verschenen N. zonata (niet voor niets de ‘variabele wespbij’) onderscheiden van N. fulvicornis op basis van de antennekleur (sleutelstap 79). Een kleine controle bij eigen materiaal leert echter dat het genitaal ook (juist?) duidelijke aanknopingspunten biedt.