Dit jaar was ik in de gelegenheid om weer eens vrij intensief in de tuin naar de bijen te kijken. Een aantal soorten heeft zich duidelijk in de tuin gevestigd hoewel lang niet altijd was na te gaan waar ze hun nesten hebben. De boeiendste blijft natuurlijk de Zesvlekkige groefbij, Lasioglossum sexnotatum, als zz-soort in de Rode Lijst met 43 hokken. Leuk als je weet datje van zo’n soort al jaren de nestjes door de hele tuin hebt. Helaas is het Sporkenhout waarin ik ze in de nazomer vaak zag zitten inmiddels te hoog geworden om het bloembezoek nog goed te kunnen waarnemen. Ik heb toch nog wel interessant gedrag gezien in deze tijd: baltsende mannetjes. Helaas leidde het niet, door mijn eigen schuld, tot een copula. In één geval betrof het een mannetje dat dit baltsgedrag vertoonde voor een plek waar geen vrouwtje te zien was. Maar waar gezien de hardnekkigheid van zijn gedrag mogelijk een vrouwtje in de grond zat. Ook lijkt nu duidelijk waarom er in deze tijd zo weinig dieren waargenomen worden. Een vrouwtje vloog van bloem naar bloem op zoek naar een geschikte nectarbron, nam snel een maaltijd tot zich om daarna gedecideerd op een beschaduwde plek te verdwijnen. De overwinteringsplaats?