Persbericht in Trouw van vrijdag 21 juli 2006: “Eenkennige bij en haar planten verdwijnen”. Aanleiding was een artikel in Science dat die dag zou verschijnen over een miljoen bijengegevens uit Engeland en Nederland. Juist de monolectische soorten gaan achteruit. Als voorbeeld werd de knautiabij (Andrena hattorfiand) genoemd met als argument; knautia achteruit dus bij ook. Maar ook op plaatsen (in het buitenland) met wel volop knautia, al of niet in de berm, zag ik zelden een knautiabij. Waar schort het dan aan? Het lijkt mij minder simpel dan gesteld maar daar is het een persbericht voor. De volgende ervaring met zo’n monolectische soort wekte de indruk dat ook gedrag bij het al of niet voorkomen wel eens een belangrijke rol kan spelen. In Luxemburg en Noord Frankrijk zag ik op sommige plaatsen talrijke exemplaren van de slangekruidbij (Osmia adunca). In Müller et al. (1997) staat dat van deze bij de mannetjes langs slangekruid patrouilleren of enkele planten verdedigen. Zelf heb ik dit gedrag niet gezien maar wel een ander fenomeen.