Bij het uitpikken van een relatief klein monster (fraktie tussen 0,4 en 5 ram) verzameld tijdens de Miste-ekskursie van 15-16 oktober 1988, vond ik tot mijn stomme verbazing enkele inferomarginaal plaatjes van zeesterren van het geslacht Luidia Forbes,1839 (familie Luidiidae, orde Platyasterida) tussen supero- en inferomarginaal platen van het genus Astropecten Gray, 1840 (familie Astropectinidae) en goniasteride zeesterren, waarvan ook andere skeletelementen aangetroffen werden. Deze marginaalplaten vormen de buitenste begrenzing van de lichaamsschijf en zijn morfologisch goed gedefinieerd. Van het genus Luidia komen in de huidige Noordzee twee soorten voor, nl. L. sarsi en L. ciliaris _ _ (zie Mortensen, 1927). Fossiele soorten uit dit genus zijn in de literatuur gemeld uit het Mioceen van Hongarije (L. hungarica Rakusj, zie Spencer & Wricht, 1966, p. U43), en het Mioceen en Plio-Pleistoceen (diverse soorten, zie Blake, 1973) van de Amerikaanse westkust. Voor zover mij op dit moment bekend zijn vertegenwoordigers van dit geslacht uit het Noordzeebekken nog niet eerder gemeld, dit in tegenstelling tot Astropecten-soorten (zie bv. R.Janssen, 1972) Het is daarom dan ook beslist de moeite waard om zoveel mogelijk materiaal van Luidia uit Miste bij elkaar te krijgen, zodat de variatiebreedte van de (wellicht nieuwe) soort (of soorten?) bepaald kan worden. Vandaar deze oproep tot medewerking. Willen al diegenen die materiaal van Miste al uitgepikt hebben op mollusken, visresten e.d. maar het echinodermen-skeletmateriaal hebben laten zitten, hun spul ter bestudering aan mij afstaan? Het is de bedoeling dat uiteindelijk het bestudeerde echinodermenmateriaal van Miste in een museum terecht komt. Ter herkenning van de Luidia elementen zijn hieronder enkele omtrektekeningen toegevoegd (gebaseerd op illustraties in Blake, 1973). Tekening 1-4 zijn respectievelijk een paxille, een rechter adambulakrale, een rechterambulakrale en een rechter inferomarginale in drie aanzichten van Luidia elegans Perrier, behorend tot de ciliarisgroep, waartoe de fossielen van Miste ook schijnen te behoren. Ter vergelijking ook enkele tekeningen (5-8) van respectievelijk een paxille, een linker, een linker en rechter ambulakrale, twee superomarginalen (zij- en bovenaanzicht) en een inferomarginale (zij- en bovenaanzicht) van Astropecten californicus Fisher.