Het was ruim voor ik lid werd van de WTKG, dat ik voor het laatst als enigszins normaal en sociaal aktief persoon door het leven ben gegaan. Nu heb ik daar de tijd niet meer voor, want om de een of andere reden schijnen WTKG'- ers elkaar (als bezigheidstherapie?) steeds maar weer meer zakken met sediment te moeten geven. Zelf begin ik die nijging ook steeds meer te vertonen; regelmatig heb ik het gevoel iets vergeten te zijn als ik geen zak of zakje sediment bij me heb om een argeloze in de hand te drukken met een opmerking in de trant van; leuk materiaal joh, als je het uitgezocht hebt krijg ik wel een soortenlijstje van je, he? Nou een van de zakken ongesoorteerde kalkbrokjes, schilfers en andere goeddeels onherkenbare spelingen der natuur, die ik zo deelachtig geworden ben kwam uit Ferqourt. Ik kreeg hem van Jo Bosch. De bedoeling was, er de mollusken uit te sorteren en die dan te determineren. We konden op die manier dan wederzijds onze determinaties controleren en zonodig bijstellen ( dwz. als een schelpensoort door Jo met stelligheid herkend was als soort X.xxx en door mij met evenveel overtuiging voorzien was van de enig juiste naam Y.yyy, dan'was de discussie soms dermate vruchtbaar, dat na afloop Jo zijn etiketje wijzigde van X. naar Y., terwijl ik geheel in de ban van Jo's argumenten juist de omgekeerde wijziging uitvoerde. We gingen dan steeds uit elkaar met het gevoel er toch weer wat bij geleerd te hebben, en dat was nu eenmaal het doel van de exercitie.)