Een groot aantal van de schelpenverzamelende leden van de WTKG is op het Nederlandse strand met hun hobby begonnen. Bijgestaan door de boekjes als 'Nederlandse Zeemollusken' van Kaas en Ten Broek, en later 'Schelpen vinden en herkennen' van Entrop hebben generaties schelpenverzamelaars hun vondsten op naam proberen te brengen. Het is nu bijna 20 jaar geleden dat de derde en laatste druk verscheen van 'Schelpen vinden en herkennen'. Sindsdien is er eigenlijk niets meer verschenen waarmee de beginnende verzamelaar uit de voeten kan. Maar nu is er met de uitgave van 'Schelpen van de Nederlandse kust' van R.H. de Bruyne eindelijk weer een boekje op de markt, dat zich speciaal richt op de beginner. In de inleiding wordt al gesteld dat er niet naar volledigheid is gestreefd; slechts de 100 meest algemene, voornamelijk recente soorten zijn opgenomen. De wat meer gevorderde verzamelaar zal dus op een gegeven moment tevergeefs het boekje opslaan, en zal op zoek moeten naar uitgebreidere literatuur. Het boekje begint met een inleiding over wat weekdieren zijn en wat de verschillen zijn tussen de vijf belangrijkste klassen. Daarbij wordt aandacht besteed aan de bouw van de dieren en aan de verschillende biotopen waarin ze kunnen voorkomen. Vervolgens komt het verzamelen ter sprake. Allereerst wordt daarbij aandacht gevraagd voor het vaak onnodig verzamelen van levende dieren, aangezien lege schelpen vaak in voldoende mate voor handen zijn. Na een overzicht van waar men het beste kan verzamelen passeren enkele goede Nederlandse vindplaatsen de revue.