Met grote interesse heb ik in de vorige Afzettingen de verhandelingen van Cacjée en Bastenmeijer gelezen die als onderwerp Tridonta borealis hadden. Dit heeft mij geïnspireerd tot het maken van dit opstel, om zo mijn eigen waarnemingen op dit gebied en filosofieën dienaangaande eens op een rij te zetten. Gezien mijn woonplaats: Brielle, is het strand ‘om de hoek’, de Maasvlakte, afgelopen 30 jaar een prima plaats geweest om eens uit te waaien en te hobbyen. In november 1987 heb ik samen met Leen Hordijk een verslagje met soortenlijst gepubliceerd, o.a. over de Maasvlakte. Het eerste herkomstgebied van het ophoogzand uit het Brielse Gat is hierin behandeld. Ook het Engelse zeegrind is genoemd, gelukkig is dit daar na die tijd niet meer gebruikt. Een andere ontsluiting is de grootschalige baggerbergingslocatie geweest, in de volksmond “Slufter” genoemd. Ik kan deze benaming voor dit gebied slecht uit de strot krijgen en ik weet ook niet welke onbenul op het idee is gekomen om deze naam te misbruiken. Voor mij ligt de enige echte Slufter op Texel en is heel iets anders dan deze overmaatse baggerput.