Hoewel Afzettingen nu niet bepaald het medium is voor discussies over dinosauriërs (‘nonavian’ wel te verstaan!), wil ik toch even iets kwijt over het stukje getiteld “Mogelijk een tragisch einde voor Tyrannosaurus rex? in GEOCOMmunicatie 15 (Afzettingen 21-3). Als lid van de Society of Vertebrate Paleontology was ik al langer op de hoogte van de storm in het glas water die Peter Larson heeft veroorzaakt. Hoewel hij strikt genomen natuurlijk gelijk heeft als hij suggereert dat Manospondylus gigas Cope, 1892 een ouder synoniem is van Tyrannosaurus rex Osborn, 1905, zoals een vergelijk van een enkel botje heeft aangetoond, is er gelukkig ook nog zoiets als een ‘forgotten name’ (= nomen oblitum; zie Treatise on Invertebrate Paleontology). Dat is een ouder synoniem dat meer dan 50 jaar niet gebruikt is in (vooraanstaande) zoologische/ paleontologische literatuur. De ICZN (International Code of Zoological Nomenclature) schrijft voor dat dergelijke namen niet mogen worden gebruikt, behalve dan wanneer de commissie anders bepaalt cq. bepaald heeft. Dit lijkt me voor Manospondylus gigas op te gaan – want, zeg nou eerlijk, wie heeft die naam gebruikt voor de grote theropode dino uit het Maastrichtien van de noordelijke Verenigde Staten? Bovendien is Cope’s soort gestoeld op één enkel botje, terwijl van T. rex bij de eerste beschrijving door Osbom een zo goed als kompleet skelet beschikbaar was. Hier kan, en moet, gezond verstand de doorslag geven, dunkt me. En, ondanks het prioriteitsprincipe (‘no pun intended’) hoop ik van harte dat de dino-wereld niet gaat besluiten Larson te volgen, en op puur technische grond M. gigas de voorkeur gaat geven boven T. rex (ook nog eens naamgevend voor de familie Tyrannosauridae!). Van dit soort ‘technicalities’ hebben we er ten slotte al meer dan genoeg in de hedendaagse rechtspraak.