Een mooie volle bak in een prachtige klassieke zaal. Deze dag stond in het teken van lezingen over en kijken naar materiaal van Langenboom (Oost Brabant). Hansjorg Ahrens (Naturalis) ging van start met een prachtig exposé over de vindplaats Langenboom en over zoogdierresten. Uit zijn verhaal blijkt dat er nog de nodige lacunes bestaan over de stratigrafische kennis van de Langenboomput. Hansjorg liet prachtige afbeeldingen van tanden en botten van walvissen, zeehondachtigen en vogels zien. Ook zijn er enkele meldingen van continentale dieren, waaronder een mogelijke tapir, neushoorn of mastodont. In de tweede voordracht behandelde Frank Wesselingh (Naturalis) de belangrijkste en meest kenmerkende mollusken soorten. Zijn verhaal werd door ondermeer Anton Janse aangevuld. Er zijn verschillende ouderdom groepen in het materiaal, te weten Oligoceen, Mioceen, Vroeg Plioceen (de bulk) en Laat Plioceen. Tenslotte gaf Hans Wijnstekers een lezing over de haaientanden, en met name het voorkomen van een warme soort en over de basisgrind afzettingen waaruit de meeste tanden komen. In totaal maakte hij melding van 22 soorten voornamelijk Miocene haaientanden en 5 roggensoorten. Bij zijn voordracht,was een kleine vitrine ingericht met daarin prachtige vondsten van Langenboom en ook van Liessel.