Dit is, zoals ik al geruime tijd geleden heb aangekondigd, mijn laatste bijdrage in de vorm van een GEOCOMmunicatie. De reden is zeker niet dat er niets meer te vertellen valt, maar na ruim zes jaar een bijdrage in ieder nummer moetje oppassen niet bij ‘het meubilair’ te gaan horen. En inmiddels heeft mijn roep van destijds om een opvolger alweer geruime tijd geleden succes opgeleverd, in de vorm van de ‘Lapilli’ die door Lars van den Hoek Ostende tot een inmiddels ook al groot pakket zijn opgebouwd; hij is een waardig opvolger! Voor de talrijke reacties die ik in de loop van de tijd van de lezers mocht ontvangen, zeg ik hartelijk dank, evenals voor hun suggesties en hun soms – terecht! – kritische commentaren. En uiteraard wil ik graag mijn erkentelijkheid tonen jegens de redactie die er steeds weer voor zorgde dat mijn bijdragen in steeds mooiere vorm werden gepresenteerd. Ik hoop daarvan in de toekomst ook nog wel eens van te genieten, want – ook al zal dat dan zeker in een andere vorm gebeuren – ik zal vast nog wel eens iets te vertellen hebben. Maar nu nog een ‘ouderwetse’ GEOCOMmunicatie, met wat nieuwtjes over fossielen, van het eerste begin van het leven tot de dag van vandaag. Want als ik iets heb hopen te bereiken met deze serie bijdragen, dan was het wel dat alle WTKG’ers zich ervan bewust zouden worden (en dat nu hopelijk ook zijn!) dat er ook veel vreugde valt ter beleven aan de geologie uit era’s van voor het Tertiair, evenals aan recente geologie. Die vreugde hoop ook ik nog lang te beleven.