Of ik interesse had om een partijtje schelpen uit de Westerschelde na te kijken en op naam te brengen. Het was hem eigenlijk om de botten te doen geweest, maar de schelpen konden misschien ook wel wat zeggen over de ouderdom van de botten. En daar stonden we dan op een vroege zaterdagochtend in juli op de kade van Hansweert, te wachten op een viskotter die ons naar nog meer fossielen zou brengen. Klaas kwam met een zak met schelpen van verschillende locaties uit de Westerschelde. Wat onmiddellijk opviel was een schelp in de vorm van een grote zware plak. Hoe heette die ook alweer? De andere schelpenspecialist ter plekke brak zich ook het hoofd. Even later viel het muntje, het was een voor tweederde complete klep van Hinnites crispus (Brocchi, 1814).