U weet wellicht dat Frank Wesselingh, Gijs Peeters, Freddy van Nieulande en'ik al geruime tijd werken aan de nieuwe atlas van de fossiele schelpen van de Nederlandse stranden en zeegaten,kortweg een nieuwe ‘Fossielenatlas’.In dit artikeltje in Afzettingen geef ik (met dank aan Frank) een inkijkje in het werk aan één van de lastige groepen die we met het oog hierop onder handen hebben genomen. Een probleem is dat we nu niet alle mooie plaatjes die Gijs Peeters heeft gemaakt, laten zien. Ééntje wel, om de ‘eetlust’ op te wekken. De eerste groep die we bij het voorbereiden van de nieuwe atlas tegenkwamen, is die van de Protobranchia. Hierin zitten twee lastige groepen; de Nucula’s en de Yoldiella’s. Frank heeft zich met veel overgave in de neutjes gestort. Ik mocht de Yoldiella-tjes bewerken. Daarbij had ik vooral houvast aan de diepgaande verhandeling van Anders Warén (1989) van de recente West-Europese vertegenwoordigers van Yoldiella. Uit Van Regteren Altena et al. (1962) kennen we uit het eerste deel over de tweekleppigen van de ‘Fossielenatlas’ uil deze groep Portlandia intermedia (Sars, 1865) en Jupiteria pygmaea (von Munster in Goldfuss, 1837). Van Regteren Allena (1937) had eerder Portlandia lenticula (Möller, 1842) gemeld. Het gaat hier om drie verschillende soorten, die we nu alle tot het genus Yoldiella rekenen.