Deze uitgave is een waardige opvolger van het boekje ‘Schelpen vinden en herkennen’ van Entrop (1972) voor de fauna van de Nederlandse kust in de ruime zin. Sinds Entrop zijn er wel gidsen verschenen over de mollusken van de Nederlandse stranden, zoals de Boer & de Bruyne (1991) over de Friese Waddeneilanden en de Bruyne (1990) over de Nederlandse mollusken, maar geen van deze werken hadden de simpele aantrekkingskracht die het werk van Entrop en dit nieuwe werk gemeen hebben; duidelijke opzet, toegankelijke tekst en over het algemeen mooie foto’s. De uiterlijke schoonheid van het werk is mede het gevolg van de weloverwogen opzet van de Veldgidsen reeks van de KNNV-uitgeverij, waarvan dit boekje alweer de twaalfde uitgave is! De nieuwe veldgids behandelt de fauna van de zuidoostelijke Noordzee van de Belgische kust tot en met Esjberg in Denemarken, inclusief Helgoland. Het grootste deel van dit gebied wordt gekenmerkt door een relatief arme fauna ten gevolge van de relatief zandige en modderige zeebodems. Helgoland is een uitzondering. Ver in zee gelegen met hard substraat gevormd door dagzomende gesteenten is dit een uniek natuurreservaat waar tal van soorten leven die wij niet of sporadisch van onze kust kennen (anders dan fossiel) zoals bijvoorbeeld de slakken Ansates pellucida, Puncturella noachina, Tectura virginea, Calliostoma zizyphinum, Gibbula cinerarea en Raphitoma linearis.