Zeven jaar na de oorspronkelijke uitgave blijkt het werk ‘De Nederlandse zoetwatermollusken’ nog bepaald niet bekend onder verzamelaars van strandfossielen. Veel verzamelaars hebben in hun collectie een doosje of buisje met schijnbaar ondetermineerbare land- en zoetwateralia. waartussen zich de nodige bijzondere fossiele soorten kunnen schuilhouden! Het werk was al vier jaar uitverkocht, maar met het verschijnen van de tweede druk leek het mij zinvol nogmaals aandacht aan deze schitterende uitgave te besteden. ‘De Nederlandse zoetwatermollusken’ is met recht een standaardwerk, dat blijkt uit het feit dat vrijwel alle inzichten van zeven jaar geleden nog steeds geldig zijn. Dit boek, ondanks het wat onhandige grote formaat, kan een zeer belangrijke hulp vormen bij het op naam brengen van die buisjes en doosjes met rest-schelpen van het strand, maar ook een inspiratiebron zijn om eens te gaan kijken in de troep op slootkanten na een (weer te ver doorgevoerde) opschoonactie van de slootbodem. Het boek vormt een toegangssleutel in het labyrint van schier onmogelijke groepen als de Planorbidae (Posthoornslakken) en Sphaeriidae (erwtenmossels, waaronder Pisidium). Behalve de zeer grondige teksten en gegevens ontleent het boek veel van haar schoonheid aan de tekeningen van Gijs Peeters, onze nestor op het gebied van getekende schelpen.