In de kleigroeve van Steendorp, ongeveer 25 kilometer ten zuidwesten van Antwerpen, wordt al tenminste enkele tientallen jaren Oligocene klei gewonnen. Voor 1980 gebeurde dit in een grote kleigroeve aan de Blauwhofstraat waar ook de fabriek zelf staat. Momenteel wordt deze groeve opgevuld met zand uit de havendokken bij Doel. Na 1980 is men begonnen aan de andere zijde van de weg. Er zijn duidelijke verschillen tussen de oude en de nieuwe groeve, zowel wat exploitatiewijze betreft als het boven de klei liggende profiel. In de oude groeve werd de klei in twee etages met excavateurs gewonnen. Op de klei lag een laag donkergekleurd glauconietzand van ongeveer een meter dikte. Op de overgang tussen klei en zand bevond zich een grindlaag van ongeveer 10 tot 20 centimeter dikte, met onder andere fosforieten, vuursteentjes, zwarte walvisbotten en, veelal gerolde, haaientanden. Bianucci en Post identificeren de grindlaag als het bekende ‘postmiocene basisgrind’. De glauconietzanden waren steriel, maar wel waren vaak graaggangen zichtbaar.