Zomer in Zwitserland met mijn eerste vriendinnetje. Iedere middag zat ik voor de tent met mijn neus in het boek ‘Mesozoic Mammals, the first two-thirds of mammalian history ’. Een van mijn docenten, Paul Sondaar, had me ooit uitgelegd dat er in de paleontologie een rangen-en-standensysteem gold. Het volk werkte aan hoefdieren en hun fossielen lagen overal door de collectie. De adel deed de roofdieren en had een mooie kast voor hun objecten. Primaten inclusief mens waren voorbehouden aan de royalty, en hun fossielen werden opgeborgen in een kluis. Terloops merkte Paul daarbij op dat voor kleine zoogdieren hetzelfde gold, daar waren de knaagdieren voer voor het volk, en werkte de adel aan insecteneters. Het koningsmaal voor deze paleontologen waren de Mesozoïsche zoogdieren.