Je kon erop wachten, maar niemand had kunnen dromen dat het zo snel zou gaan. In de vorige Lapilli berichtte ik nog over de kleine Ida, of Darwinius masillae, om de wetenschappelijke naam van dit halfaapje te geven. Het meest complete skelet van een primaat ooit was gelanceerd met een heuse mediacampagne, inclusief zijn eigen BBC special en zelfs Google logo. Maar alle publiciteit ten spijt, was de wetenschappelijke gemeenschap niet erg enthousiast over de conclusies die het Ida team uit hun fossiel hadden weten te peuren. Verbaasd was men, dat een dergelijk belangrijk fossiel niet in Nature of Science, maar in het veel minder prestigeuze PLoS ONE gepubliceerd was (lit. 1). En met name de suggestie dat het hier ging om een voorouder van de echte apen, werd volgens velen te weinig ondersteund. ‘Doe eens een echte fylogenetische analyse,’ riepen met name de Amerikanen. Dat had het, overwegend Europese, team niet gedaan. Ze bespraken de kenmerken waarvan zij meenden dat die van belang waren. In de leer van de cladistiek is dat niet juist. Je moet vooral veel kenmerken gebruiken, en de computer laten berekenen welke stambomen dan het meest waarschijnlijk zijn. Je kon er dus op wachten dat er een stamboom zou verschijnen, waarin Ida wel volgens de regelen der kunst in de boom gezet zou zijn. Dat dat echter nauwelijks een halfjaar na publicatie al gebeurde, is een kwestie van toeval. Een groep Amerikaanse wetenschappers stond net op punt een artikel bij Nature in te dienen over Afradapis uit het Eoceen van Egypte. Afradapis is een nieuw geslacht binnen de Adapiformes, de groep waar ook Darwinius toe behoort. Het team had al wel een fylogenetische analyse gedaan, en het was dan ook niet verwonderlijk dat met name Seiffert en Simons voorop liepen in de kritiek op de wijze waarop Ida gepubliceerd was. Ze hadden al de nodige inside information. Maar hun manuscript moest natuurlijk wel aangepast worden. Aan de hand van een afgietsel in Amerika werden tal van kenmerken van Darwinius opgenomen in hun analyse. En zo vond Ida, in het jaar dat ze wereldkundig gemaakt werd, toch nog haar weg naar Nature (lit. 2). Als side-kick weliswaar, alhoewel ze misschien meer aandacht trok dan de beoogde hoofdrolspeler, Afradapis.