De Meester van der Heijdengroeve in Nieuw Namen wordt eind dit jaar grondig opgeknapt en voor publiek opengesteld. In de groeve zijn mariene afzettingen uit het Laat Plioceen (ca. 2,5 miljoen jaar geleden) permanent ontsloten. De groeve is een belangrijk aardkundig monument. Van oorsprong is de Meester van der Heijdengroeve een oude zandgroeve in de Kauterheuvel bij Nieuw Namen aan de Belgische grens. De Kauterheuvel is een zogenaamde getuigenheuvel die ruim vijf meter boven het omringende vlakke polderland uitsteekt. De zandafgravingen begonnen in de 17e eeuw. Naast zand, in de streek gekend als ‘rost zand’ trof men ijzeroerbanken (limoniet) en een harde breccielaag aan. Deze schelpenbreccie is gebruikt als wegverharding. De afgravingen zijn tot beginjaren zestig van de vorige eeuw doorgegaan. Bovendien zijn de uitgegraven delen van de groeve vanaf 1948 met huisvuil volgestort, bedekt met grond en beplant met bomen.