Mijn moeder was erg creatief. Ze was dan ook, voordat ze full-time moeder werd, kleuterleidster. Vooral dus in de tijd op de lagere school (zoals dat toen nog heette), was dat ideaal. Toegegeven, dat werd enigszins gecompenseerd toen ik in mijn puberdagen haar zelfgemaakte broeken droeg, maar daar hebben we het nu niet over. Samen met mijn moeder, verzorgde ik de visuele ondersteuning voor mijn eerste optredens in het openbaar. Juist, de spreekbeurten. Bij ons in huis begon dat met een rol behang of kastpapier (bestaat dat eigenlijk nog wel?), uitgerold op de overloop boven. Daar kon je dan heerlijk kleuren en plakken. Het papier werd weer opgerold, en kon zo gemakkelijk meer naar school genomen worden, waar je dan de show kon stelen nadat je je huisvlijt op het bord geplakt had. Alleen krulden de benedenhoeken altijd irritant op. Voor de inhoud moest je vooral niet bij mijn moeder zijn. Maar daarvoor hadden we de ‘Wat & Hoe’ reeks thuisliggen, met een aantal geschikte onderwerpen. Vooral de boekjes ‘Duikboten’ en ‘Walvissen en dolfijnen’ deden het goed bij de drie broers. Het is raar hoe sommige dingen je bijblijven. Ik kan me nog levendig de opbouw voor de geest halen van de eerste aanvalsduikboot, De Schildpad. Briljant stukje techniek, maar tevens het bewijs dat genieën niet altijd slim zijn. Wie valt er nu met een houtboor een schip aan dat met bronzen platen bekleed is!