In het kader van grondwateronderzoek is op 26 juni 2006 een spoelboring uitgevoerd aan de Slingerweg in het zuidpuntje van Flevoland. Per drie meter intervallen werd ongeveer een kilogram sediment verzameld. De boring ligt vrijwel in het centrum van het glaciale Bekken van Amersfoort (figuur 1) en bood de mogelijkheid de continuïteit en de laterale variatie van Eemien afzettingen in dit bekken te bestuderen. De boring Slingerweg werd gezet in de oever van de noordelijke sloot tegenover Slingerweg 25 (RDX 157.572; RDY 476.899), gemeente Zeewolde. De spoelboring werd uitgevoerd door Braker Grondboringen IJsselmuiden. Het maaiveld ter plekke ligt op ongeveer 2,5 meter onder N.A.P. De boring werd beëindigd op 126 meter onder maaiveld (m.o.m.). In totaal werden vijf pakketten aangeboord (figuur 2, pagina 88). Van 0-4 m.o.m. werd klei en veen aangetroffen die worden gerekend tot de holocene Naaldwijk en Nieuwkoop formaties. Van 4-16 m.o.m. werd een afwisseling van grijsbruin zand, klei en veen aangelroffen die wordt gerekend tot de Formatie van Boxtel en is afgezet in het Weichselien. Het lichtgrijze matig fijn tot matig grofkorrelige zand uit het niveau 15-16 m.o.m. had hoekige korrels (was scherp) en is mogelijk dekzand. Van 16 tot 19 m.o.m. werd een donkerbruin, sterk zandig veen aangelroffen dat we rekenen tot de Formatie van Woudenberg (Eemien). De Eem Formatie komt voor tussen 19 en 66 m.o.m. en omvat donkergrijze kleien, veelal met schelpenresten. De bovenste meter (19-20 m.o.m.) bestaat uit een lichtgrijs fijnkorrelig zand met veel schelpen. Van 20- 48 m.o.m. is de klei donkergrijs, van 48-60 m.o.m. is de klei donkergrijs tot zwart, om in de onderste 6 meter weer over te gaan naar lichtgrijs en waarbij de zandfractie ook naar onder toeneemt. In het interval 42-63 m.o.m. komen veelvuldig millimeter-dikke licht onregelmatige laagjes voor. Van 66 m.o.m. tot aan de basis van de boring op 126 m.o.m. is er een naar onder toenemend grofkorrelig zandpakket aanwezig, dat onder 111 meter gedomineerd wordt door grind, In het grind komt veel heldere kwarts voor, daarnaast komen regelmatig rode en witte veldspaat en vuursteen voor. Dit pakket wordt toegerekend aan de midden pleistocenc Formatie van Appelscha. De mollusken uit het traject van 19-66 m.o.m. werden onderzocht. Alleen de fractie groter dan 1,6 mm werd geanalyseerd.