De angst voor roofdieren zit ons in het bloed. En zo niet, dan is het ons wel met de paplepel ingegoten. De Grote Boze Wolf heeft in tal van sprookjes de rol van de slechterik gekregen. Niet vreemd, als je bedenkt dat de oorsprong van deze verhalen komt uit een tijd, dat wolven ook daadwerkelijk nog in grote delen van Europa leefden. Maar eigenlijk is het een zwaktebod. Hercules, David en Daniël, die keken tenminste leeuwen in de ogen, en hun verhalen vertellen over een tijd dat leeuwen nog te vinden waren in Zuid-Europa en het Midden-Oosten. Een leeuw is beter dan een wolf. Hij is groter dan wij, en waarbij je bij een enkele wolf nog goede hoop kan hebben dat een keer hard BOE roepen helpt, zou ik dat bij een leeuw toch echt afraden. Een leeuw is een superpredator, een wolf is een nog niet uitgeëvolueerde hond. Die hoort feitelijk onder grootmoeders bed. Superpredatoren, dat is pas echt een mooie fascinatie. Ieder kind kent als eerste de T. rex. Zeker niet de allergrootste dino die er ooit rondgelopen heeft. Maar hij heeft van die heerlijk grote tanden, en een enorme eetlust. Als zijn gemene oogjes je proberen te vinden, is het tijd om je te verstoppen en te bibberen. Heerlijk. Of wat dacht u van de Witte Haai? Discovery Channel draait Shark Attack altijd op prime time. De angler guides zijn meestal rond vier uur ’s ochtend gepland. Het is duidelijk. We willen bloed zien. Grote tanden, het liefst een paar stevige klauwen, en een scherpe blik, gericht op de hulpeloze prooi.
Additional Metadata | |
---|---|
Afzettingen | |
CC BY-NC-ND 2.0 NL ("Naamsvermelding-NietCommercieel-GeenAfgeleideWerken") | |
Organisation | Werkgroep voor Tertiaire en Kwartaire Geologie |
Lars van den Hoek Ostende. (2012). Lapilli. Afzettingen, 33(1), 17–18. |