Op de opgespoten gebieden bij Hoevenen worden met enige regelmaat tanden gevonden van het genus Carcharoides. De meeste tanden zijn duidelijk van Carcharoides catticus (Phillipi, 1846), maar in de volksmond worden een aantal afwijkende exemplaren toegeschreven aan de soort Carcharoides totuserratus (Ameghino, 1901). De vraag is of dit terecht is. De locatie bij Hoevenen wordt gebruikt als stort van zand, dat gewonnen is bij het uitdiepen van de verschillende havendokken van Antwerpen. Het sediment is een mengsel van verschillende afzettingen, grotendeels uit het Plioceen en Mioceen. Het zand waar de beschreven tanden in gevonden zijn, komt uit het Churchilldok en is hoogstwaarschijnlijk van miocene ouderdom, al is een oligocene ouderdom niet geheel uit te sluiten.