Het begon bijna twee jaar geleden. Mijn vrouw en ik werden uitgenodigd voor een bezoek aan de Zandmotor op 20 augustus 2011, samen met Bert van der Valk en Dick Mol. Dat was bijzonder want de Zandmotor was toen een moderne vesting, aan één kant beschermd door de Noordzee, aan de andere drie kanten beschermd door hekken en prikkeldraad. En door bewakers die de hele dag het strand afspeurden naar onverlaten die het, ondanks alle hekken en verbodsborden, toch waagden het strand van de Zandmotor te betreden. Iedereen werd onverbiddelijk weggejaagd. En wij hadden, op die zaterdag bijna twee jaar geleden, toestemming om de Zandmotor legaal te betreden. In Afzettingen 32(3), oktober 2011, staat een verslag van dit eerste bezoek. Eigenlijk was ik voornamelijk geïnteresseerd in schelpen. Bij Arendsduin, iets ten zuiden van de Zandmotor, had ik, dankzij suppleties, een rijkdom aan recente en fossiele schelpen verzameld. Ook wel een paar botten als bijvangst. Maar toen ik, die eerste keer op de Zandmotor, een fossiel kaakdeel met kiezen van een reuzenhert opraapte, was ik verknocht: voortaan verzamelde ik niet alleen schelpen, maar ook botten, tanden en kiezen. En ook scherven en aparte stenen liet ik niet meer liggen. Het is maar goed dat ik, omdat ik in een oude school woon, niet al te klein behuisd ben. Met enige moeite kreeg ik een passe-partout en mocht alleen, of met een groepje, de Zandmotor afspeuren naar bijzondere vondsten. Heel wat mensen hebben daar gebruik van gemaakt.