Het determineren van fossiele sponzen uit het Krijt is een lastige bezigheid. Het ontlokte een Krijtspecialist uit Maastricht ooit eens de uitspraak: “Ik wil alles determineren, als het maar geen sponzen zijn.” De vele verschillende soorten en voorat ook de variatiebreedte binnen die soorten zet menigeen snel op het verkeerde been. Ook vroegere onderzoekers van fossiele sponzen worstelden al met dat probleem. Vooral de oudere determinatiewerken leiden je in een vrijwel ondoordringbaar moeras van onduidelijke beschrijvingen en het uitgebreid benoemen van talloze nieuwe soorten. Met veel moeite valt hier een sluitende tenaamstelling aan te ontfutselen. Het gebruik van een binoculair is noodzakelijk om het sponsskelet te bestuderen. Te vaak wordt een naam gegeven, uitsluitend aan de hand van afbeeldingen, dus op uiterlijke vorm. Het is er mede de oorzaak van dat een vrij algemene zwerfsteenspons in veel verzamelingen al jaren voorzien is van het etiket Cinclidella solitaria, maar met die determinatie klopt iets niet.....