In het Nederlandse stuwwallengebied komen normaliter twee glaciale sedimentatiegebieden voor. Het ene ligt aan de buitenzijde van de stuwwal; daar worden door smeltwaterstromen puinwaaiers gevormd die hoofdzakelijk worden opgebouwd uit uit de stuwwal losgemaakt materiaal. Men spreekt van sand(u)rafzettingen. Het andere bevindt zich aan de binnenzijde van de stuwwal en is gevormd tussen de stuwwal en het landijs. Deze afzettingen zijn meer divers van genese en samenstelling en zijn mede het onderwerp van dit artikel. Ze worden kame-afzettingen (of kame-terras) genoemd (spreek uit: kame). Ze vallen beide onder het begrip glacio-aquatisch. Sandur en kame zijn termen uit Ijsland.