Qua sterrenbeeld is Henk Oosterink geen kreeft, maar een Steenbok. Toch draagt sinds kort een fossiele kreeft zijn naam; ‘Oosterinkia’ (Klompmaker & Fraaije 2011). Het gebeurt niet elke dag dat een amateurgeoloog van de NGV wordt vernoemd in een officiële wetenschappelijke naam van een fossiel. In tegendeel: het is een grote zeldzaamheid, net als het Winterswijkse kreeftje Oosterinkia neerlandica zelf. Door de vele jaren heen hebben de Midden-Trias (Muschelkalk) afzettingen in de Winterswijkse Steengroeve een weelde aan fossielen opgeleverd: uiteenlopend van ammonieten, slakken, tweekleppigen en planten, tot reptielen en hun voetafdrukken. Dik gezaaid liggen de fossielen er niet. Je moet urenlang zoeken en hameren om er een paar te vinden. Maar als je dat regelmatig, tientallen jaren lang doet, breng je niet alleen een enorme collectie bij elkaar, maar wordt je ook ’de kenner bij uitstek van de groeve’. Na ruim 40 jaar zoeken, studeren en publiceren is dat op dit moment zonder twijfel Henk Oosterink.