Het artikel, dat ik enkele maanden geleden wijdde aan de turkse tortel, heeft nogal wat reacties gewekt, zowel pro’s als contra’s. Niet zozeer vanuit eigen kring maar meer van de zijde van gewone vogelliefhebbers en.... de dierenhaters. Want ook die mensen bestaan nog. Enkele briefschrijvers (sters) bleken de turkse tortels letterlijk dodelijk te haten. Zij verafschuwden het geroep op eigen dak of schoorsteen van buurman. “Komt U hier maar eens wonen”, zo inviteerde een briefschrijfster. Ik behoef het niet te doen, want ik “bezit” zelf turkse tortels. Ik voer ze trouw. Als ik ’s morgens te laat ben gaan ze roepen. Luidkeels. Ik ben blij met deze gezellige dieren en hoop ze in lengte van dagen op de voedertafel te mogen begroeten. Een brief, welke zomaar werd gezonden naar aanleiding van het tortelrelaas – met instemming – trof mij bijzonder. De schrijver vertelde liever tortels te horen dan brommers en sprak de wens uit, dat deze vogels in aantal zouden mogen toenemen. Maar hij vreesde, dat dit een vrome wens zou zijn gelet op de achteruitgang van de vogelstand. “Toen wij hier kwamen wonen (omgeving Kolhornseweg, Hilversum) in 1962, was het alsof ’s morgens een ouverture werd gefloten door een groot orkest. Tientallen lijsters en merels vlogen of hipten hier rond. Nu zijn er nog enkele en een solo—fluitconcert wordt een zeldzaamheid”.