Op donderdag 18, vrijdag 19 en zaterdag 20 augustus verscheen de visarend om twaalf uur ! Je kon er de klok op gelijk zetten. Mevrouw Blonet had het zo vastgesteld op de achttiende en op de negentiende verkeerden wij in de gelukkige omstandigheid een wijl op de Knardijk te mogen vertoeven. En daar verscheen pandion, ietsje over twaalf, maar dat was hem vergeven. Per slot van rekening had hij de wind tegen. De vogel liet af en toe op speelse arendmanier, zijn poten bengelen, kringelde omhoog en omlaag, verwaardigde zich zelfs om een moment te gaan staan bidden en streek neer in een ondiepe plas. Op een verhogingje zittend, poetste hij zijn veren om op te stijgen en weer plaats te nemen. De majestueuze visarend in zo’n ondiepte dat was eigenlijk geen gezicht. Wij waren er echt blij mee. Een half uur bleef hij bij ons.