Waar gaan we heen straks, met driedubbele autowegen, toenemende verstedelijking, toenemende bevolking, stromen recreanten, waarvan de meesten alleen maar “in de natuur” willen zijn, al zitten ze desnoods mannetje aan mannetjes waar komen we dan feitelijk terecht met ons natuurbehoud, dat in feite toch alleen maar behouden kan blijven, als ze niet in de sfeer van ha, die massa! benaderd wordt? In ons land ligt, dacht ik, natuurbehoud heel duidelijk tussen de wal en het schip. Een soort stootkussen, dat van alle kanten de opdoffers mag opvangen. Loopt de Biesbos niet vol olie, dan ligt er wel plotseling een geknakte tanker buitengaats, gebeurt er wel iets, dat de Rijn nog neer een beetje vuiler maakt of wordt de “smeerpijp” tot een onnozel uitlaatje getransformeerd, wordt er gespeeld met de gedachte de Waddenzee te dichten, ontstaan er voorstellen om dijken naar de eilanden te leggen on de recreatie – een hellage koe in Nederland? – ook dáár grotere kansen te geven. Dan grif vergetend, dat men meteen allerlei commerciële paarden van Troje naar binnen haalt, omdat waar geld te verdienen valt (samenklontering van de massa) de sfeer, die het begrip natuurbehoud werkelijk overeind moet houden, grondig wordt verknold.